Zaandammer Henk Hooijschuur is deskundige in internationaal rouwtransport. Hij reed miljoenen kilometers met de lichamen van overledenen achterin de auto. Nu brengt hij nog steeds overledenen naar huis, maar kruipt niet meer zelf achter het stuur.
Wist u dat een Italiaanse doodskist altijd voorzien moet zijn van 26 schroeven? Zaandammer Henk Hooijschuur kent alle regels voor het internationale vervoer van overledenen. Sinds kort bestiert hij het hoofdkantoor van het nieuwe Airport Mortuary Services bij Schiphol – een tussenstation voor internationaal rouwtransport. “Wie in het buitenland is overleden, wil meestal in het thuisland worden begraven of gecremeerd. Alles wat uit het buitenland komt en daar weer naartoe gaat, zitten wij tussen.We regelen het transport en het gereedmaken van overledenen voor vervoer.Wat verder is dan 1500 kilometer gaat met het vliegtuig, daarbinnen met de auto. Dat is dan sneller. We rijden veel naar Polen.”
Hooijschuur opent de deur van het pand van AMS in Oude Meer, aan de voet van de Aalsmeerbaan op Schiphol. Het is eenvoudig ingericht, gezien het doel van de ruimte. Langs de hoge wanden hangen fluwelen gordijnen, om iets stemmigs te geven aan het grauwe beton. “Maar dat maakt de meeste bezoekers niet uit”, vertelt Hooijschuur. “Wie hier komt heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan de aankleding.”
Dominee “Laat duidelijk zijn, dit is geen mortuarium.” Al zijn de grenzen soms vaag. Achterin het pand is een ruimte waar het lichaam kan worden opgebaard. Voordat het lichaam van een overledene verder wordt vervoerd, wil de familie vaak kijken of het wel hun dierbare is. Dat is meteen het moeilijkste deel van zijn werk. “Vaak is dat niet aan te raden. Je moet je voorstellen dat die lichamen vaak uit warme landen komen, en dan duurt het wel even voordat ze hier zijn.” Hij heeft de meest afgrijselijke dingen gezien. Bijvoorbeeld het lichaam van iemand die bij een ernstig ongeval om het leven is gekomen. Daar kan Hooijschuur wel tegen. “Die vergeet ik zo snel mogelijk weer. Maar vaak wil de moeder het lichaam ook zien. “Ik zeg dan: ’mevrouw, het is beter dat u hem herinnert zoals u hem het laatst hebt gezien. Hij is niet meer zoals u zou wensen’. Soms moet ik praten als een halve dominee.” Het werk met rouwtransport is werken met verdriet. En daar heeft Hooijschuur het soms wel moeilijk mee, vooral ook omdat hij er meestal alleen voor staat. “Vrolijke mensen zul je hier niet zien. Behalve mij dan, maar ik ben vrolijk om het verdriet te verwerken. Ik kan het nergens kwijt, mijn emotie. Ja, bij mijn vrouw thuis. Maar die heeft intussen ook wel iets van ‘pffff’
Wennen Eraan wennen doe je nooit, weet Hooijschuur uit eigen ervaring. Hij is namelijk zeker geen nieuwkomer in het vak. Sinds 1989 werkt hij beroepsmatig met overledenen. In 2003 kwam hij als zelfstandig chauffeur te werken voor het Hilversumse bedrijf Van der Heden, gespecialiseerd in internationale rouwtransporten en uitvaartverzorging. Het bedrijf regelt het transport en het gereedmaken van overledenen. In een week reed Hooijschuur vierduizend kilometer om overledenen te bezorgen of op te halen. “Het record is 1600 kilometer op een dag. Met de aswolk in IJsland, je herinnert het je vast wel, toen ben ik met mijn zwager samen naar Istanbul gereden.” Nu hij 65 jaar is, werd het tijd om rustiger aan te doen. Maar Hooijschuur is niet van plan om stil te zitten. Dus toen Van der Heden hem aanbood te stoppen met het chauffeurswerk, om AMS op te zetten, accepteerde hij direct. “Nu doe ik het ‘dichtbijwerk’. Soms heb ik wel heimwee, als ik voor een van de chauffeurs een hotel boek in Bratislava. Dan denk ik: ‘zij wel, ik niet’. Als ze me zouden vragen zelf te rijden, zou ik het zo doen.”
’Vrolijke mensen zie je hier niet, behalve mij’
Maar het is geen werk dat je even snel leert. Met ieder land werkt het transport weer anders. Sinds 11 september 2001 is het luchtvervoer kwetsbaar. “Alles moet tien keer gecheckt en gecertificeerd. Rusland is het ergst. Het duurt tien werkdagen voor we een lichaam daar kunnen krijgen – als het een natuurlijke dood is, anders wordt het helemáál ingewikkeld.” Of het werk met overledenen zijn sporen heeft achtergelaten? Natuurlijk denkt hij weleens terug aan bepaalde zaken. Hij noemt het transport van een jong meisje dat hij vanaf de vakantiebestemming naar huis moest brengen. “De moeder wilde bij ieder tankstation stoppen om de kist even aan te raken. Dan zit je te grienen achter het stuur. Maar toch vind ik het een mooi vak.” Wie hij vervoert is vaak jonger dan hijzelf. “Dat is beangstigend, maar daardoor wil ik van het leven genieten.”
Bron: Noord Hollands Dagblad
Auteur: Daniël Verheij, d.verheij@hollandmediacombinatie.nl
FOTO UNITED PHOTOS / TOUSSAINT KLUITERS