
Van Vuure Uitvaartverzorging nam tien jaar geleden het bedrijf Van der Heden lnternationale Rouwtransport en Uitvaartverzorging over. Dirk van Vuure bouwde het eenmansbedrijf uit tot een bloeiende internationale onderneming.
“Lastige transporten bestaan niet. Interessante klussen wel.”
Als kind groeide Dirk van Vuure (39) op met het uitvaartbedrijf van zijn ouders. Vanzelfsprekend hielp hij af en toe een handje mee. Eerst met het wassen van auto’s, later ook met dragen of overbrengen. Nu spelen zijn kinderen – twee en vier jaar oud – verstoppertje tussen de kisten. Dirk van Vuure junior is, samen met zijn zus, de vierde generatie uitvaartverzorger. Zus Martine leidt de uitvaarttak van het bedrijf. Vader Dirk van Vuure senior is op internationaal gebied ook nog steeds actief. Van Vuure studeerde bedrijfseconomie, maakte carrière als autosportfotograaf en had zijn eigen pr-bureau. Een snelle jongen dus, gekleed in krijtstreep. Hij spreekt verrassend bedachtzaam. Over zijn keuze voor het internationaal rouwvervoer: “Ach, ik had in alle bladen gestaan. Mijn vader vroeg me om te onderzoeken of de overname van Van der Heden iets voor ons zou zijn. En toen dat bleek, moest iemand het doen.” Hij lacht: “Het was internationaal werk, veel regelen: daar ben ik goed in. Dus alle ogen keken naar mij.” In tien jaar tijd bouwde Dirk van Vuure de internationale poot van het bedrijf uit met drie medewerkers. Twee daarvan komen uit de reisbranche. Verder werkt er een vijftal chauffeurs.
Van der Heden lnternationale Rouwtransporten en Uitvaartverzorging (IRU) verzorgt zo’n vierhonderd internationale transporten per jaar. Grotendeels zijn dat Nederlanders die in het buitenland overlijden en gerepatrieerd worden. Maar ook andersom komt voor: mensen die in Nederland overlijden en in het buitenland begraven worden. Van der Heden regelt ook vervoer van het ene buitenland naar het andere, of een uitvaart of herbegrafenis in het buitenland. De top vier van landen waaruit gerepatrieerd wordt bestaat uit: Duitsland, Frankrijk, Spanje en Turkije. Van der Heden wordt ingeschakeld door de alarmcentrales van verzekeringsmaatschappijen, door uitvaartondernemers of door particulieren zelf. “Omdat wij een goed internationaal netwerk hebben, met uitvaartverzorgers en vrachtagenten, is het voor een ondernemer al snel goedkoper om ons in te schakelen”, zegt de directeur van Van der Heden. “Wij hebben niet alleen de contacten, we kennen ook de prijzen.” Het meeste werk gaat per telefoon en per e-mail. Het team spreekt een stuk of acht talen.
Culturele verschillen
“Opvallend voor ons Nederlanders is dat we de overledene nog willen zien. In heel veel landen is dat niet de gewoonte. In Italië bijvoorbeeld. Daar sluiten ze de kist en doen die niet meer open. Balsemen doen ze niet. Dat is in principe verboden. En waarom zou je ook, als de overledene in een kist met metalen binnenkist ligt die niet meer opengaat?” Dirk van Vuure geniet zichtbaar van al die internationale verschillen. “Het is mijn werk om op de hoogte te blijven van alle buitenlandse ontwikkelingen.” Want al zijn de Europese richtlijnen voor internationaal vervoer van overledenen al zo’n vijftig jaar oud, de praktijk verandert elke dag. In die richtlijnen wordt bijvoorbeeld gesproken over een zinken binnenkist. “Met de huidige zinkprijs veel te duur”, lacht Van Vuure, “er wordt tegenwoordig een metaallegering gebruikt.” Om goed op de hoogte te zijn helpt het dat het secretariaat van internationale uitvaartkoepel FIAT-IFTA gehuisvest is in het rouwcentrum van Van Vuure in Hilversum. Waar ook Van der Heden ‘inwoont’. Van Vuure is een praktisch man. Gevraagd naar de ontwikkelingen binnen zijn bedrijf, noemt hij als eerste de onlangs ontwikkelde lichte buitenkist voor vliegtransporten naar het buitenland. “Dat scheelt enorm in de luchtvrachtkosten.” Een hausse in internationale transporten verwacht hij niet. “De markt lijkt me wel uitgebalanceerd. lk denk niet dat er meer gereisd gaat worden en ook niet dat er meer mensen gaan overwinteren. De ontwikkeling van het sterftecijfer blijkt moeilijk te voorspellen. We zien het wel.”
Tekst en beeld Marjon Weijzen.
Bron: juli/augustus 2008 – Het Uitvaartwezen
Download pdf